kansenongelijkheid
Kansenongelijkheid verwijst naar de ongelijke kansen die mensen hebben om belangrijke maatschappelijke uitkomsten te realiseren, zoals onderwijsniveau, werkgelegenheid, inkomen en gezondheid. Deze kansen worden sterk bepaald door sociale kenmerken zoals de socio-economische achtergrond van het gezin, het opleidingsniveau van de ouders, geslacht, etnische afkomst, handicap en woonplaats. Het begrip gaat uit van gelijke kansen: iedereen zou toegang moeten hebben tot de bronnen en mogelijkheden die nodig zijn om zich te ontwikkelen en deel te nemen aan de maatschappij, ongeacht afkomst of achtergrond. In de praktijk verschillen uitkomsten echter vaak aanzienlijk.
Oorzaken en mechanismen: de beginpositie bij de geboorte, thuissituatie, de kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs, taal-
Metingen en onderzoeksfocus: indicatoren zoals intergenerationele mobiliteit, de relatie tussen ouderlijk en kindelijk onderwijsniveau, participatie en
Beleidsimplicaties: beleid dat kansenongelijkheid tegengaat omvat vroege kindontwikkeling en kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen, gelijke financiering en
Uitdagingen en debat: er is discussie over het streven naar gelijke kansen versus gelijke uitkomsten, en over