Home

intekstverwijzingen

Intekstverwijzingen, oftewel in-tekstverwijzingen, zijn citaties die in de hoofdtekst verwerkt staan en verwijzen naar de bronnen die in de referentielijst staan. Ze geven aan welke ideeën of gegevens afkomstig zijn van anderen, tonen de basis van de beweringen en helpen lezers de oorspronkelijke bronnen te vinden. In veel Nederlandse en Europese richtlijnen vallen ze onder de term in-tekstverwijzingen en worden ze in verschillende referentiestijlen toegepast.

Er bestaan twee hoofdtypen systemen: author-date en numeriek. Author-date stijlen (bijvoorbeeld APA, Harvard, Chicago author-date) vermelden

Plaatsing en punctuatie volgen doorgaans de regels van de gekozen stijl: de verwijzing moet dicht bij de

In-tekstverwijzingen moeten overeenkomen met een volledige bibliografische vermelding in de literatuurlijst of referentielijst, inclusief auteur(s), titel,

de
achternaam
van
de
auteur
en
het
jaartal,
meestal
tussen
haakjes
of
geïntegreerd
in
de
zin:
(Smith,
2020)
of
Smith
(2020)
stelt
dat…
Bij
directe
citaten
worden
vaak
ook
paginanummers
gegeven.
Numerieke
stijlen
(bijvoorbeeld
Vancouver,
IEEE)
geven
cijfers
aan
bronnen;
de
verwijzing
verschijnt
als
een
getal
tussen
vierkante
haken
of
als-supercript,
bijvoorbeeld
Recent
onderzoek
toont
aan
[3].
De
nummers
corresponderen
met
een
genummerde
referentielijst
aan
het
eind
van
het
document.
relevante
informatie
staan,
en
meestal
pas
aan
het
eind
van
de
zin.
Bij
meerdere
auteurs
kan
et
al.
worden
gebruikt
in
veel
author-date
stijlen
na
de
eerste
vermelding.
Directe
citaten
vereisen
meestal
een
paginaverwijzing.
jaar
en
bron.
Voor
online
bronnen
geldt
vaak
het
opnemen
van
een
DOI
en,
indien
vereist
door
de
stijl,
een
accessiedatum.
Consistentie
in
de
gekozen
citatiestijl
is
essentieel
voor
helderheid
en
academische
integriteit.