paginanummers

Paginanummers zijn de cijfers die op de pagina’s van een publicatie staan om de volgorde en de locatie van de inhoud aan te geven. Ze bieden een navigatiehulp bij het zoeken naar passages en bij het verwijzen naar specifieke pagina’s. Paginering speelt een rol in zowel drukwerk als digitale documenten en kan per soort publicatie variëren.

Bij traditionele boeken wordt vaak onderscheid gemaakt tussen front matter en hoofdtekst. De voorwerk, zoals een voorwoord, inleiding en inhoudsopgave, wordt meestal met Romeinse cijfers genummerd (i, ii, iii, …). De hoofdtekst begint doorgaans met Arabische cijfers vanaf 1. Paginanummers kunnen aan de onder- of bovenkant van de pagina staan, bijvoorbeeld in de voettekst of in de koptekst, en een aantal pagina’s kan zonder nummer blijven (zoals de titelpagina).

Sommige publicaties kiezen ervoor om de paginering per hoofdstuk te herstarten, terwijl anderen een doorlopende telling hanteren. Het plaatsen van paginanummers, het type cijfers en eventuele extra’s (zoals onderbrekingen of scheidingstekens) zijn onderdeel van de vormgeving en de stijlrichtlijnen van een uitgever. In digitale publicaties kan paginering tal van vormen aannemen en verwijzen naar locatie, percentage of hoofdstuknummer in plaats van fysieke pagina’s.

Historisch gezien ontwikkelde paginering zich met de drukkunst. Tegenwoordig bestaan er tal van conventies, die deels per taalgebied en publicatietype verschillen. In bibliografie en academische referenties worden paginanummers vaak gebruikt als referentiepunten bij citaten en transmissie van informatie.