houtspaan

Houtspaan is een houtfractie die ontstaat bij bewerkingen met hout, zoals schaven, frezen en zagen. De term verwijst doorgaans naar lange, dunne spaanders of curls die loskomen uit het hout. De exacte vorm en grootte variëren afhankelijk van het type hout en de machine die wordt gebruikt; schaafspaanders zijn vaak lang en dun, terwijl zaagsnippers juist platter en onregelmatiger kunnen zijn.

Productie en kenmerken. Houtspaanders worden vooral gevormd bij schaven en frezen, waar het hout langs de snij- of planedelen langs de nerf wordt onttrokken. De hoeveelheid en het formaat hangen af van factoren zoals snedediepte, snijhoek, spaangrootte en het soort hout (naaldhout versus loofhout). Spaanders kunnen droog of licht vochtig zijn; ze bevatten vaak stof en kunnen resin- of harsresten bevatten, afhankelijk van het hout.

Toepassingen. Houtspaan heeft meerdere toepassingen. In de sector voor biomassa wordt het gebruikt als brandstof voor verbrandingseenheden en pelletproductie. In de tuinbouw en landbouw dient het soms als mulch of bodembedekking, als vulmiddel bij compostering, of als substraat voor bepaalde paden en bedden. Ook wordt houtspaan bij dierenverblijven gebruikt als vochtige deklaag in beperkte mate, afhankelijk van houtsoort en behandelingen.

Veiligheid en milieu. Houtstof en spaanders kunnen gezondheidsrisico’s opleveren bij langdurige blootstelling; stofafzuiging en persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals een stofmasker) zijn aanbevolen bij werken met houtspaan. Vochtige spaanders kunnen schimmelvorming bevorderen; opslag moet droog en geventileerd gebeuren. Daarnaast mag houtspaan afkomstig van behandeld of geverfd hout niet zonder meer worden toegepast in mulch of dierverblijven. Houd rekening met lokale regelgeving en duurzaamheid bij gebruik en verwerking.