hoekslagader

De hoekslagader, in de anatomie aangeduid als arteria angularis, is de terminale tak van de arteria facialis (faciale slagader). Zij loopt langs de zijkant van de neus omhoog naar de mediale hoek van het oog (medial canthus) en anastomoseert met de dorsale neusarterie.

Oorsprong en verloop: De arteria angularis ontstaat als terminale tak van de arteria facialis, die ontspringt uit de arteria carotis externa. De hoekslagader vervolgt een opgaande koers langs de zijkant van de neus, langs de nasolabiale regio, tot aan de mediale ooghoek. Hier verzorgt hij de huid en mucosa van neus en oogregio en geeft vertakkingen aan omliggende structuren.

Distributie en verbindingen: De hoekslagader levert bloed aan de huid en mucosa rondom de neus, de oogleden en de mediale ooghoek. Hij vormt een belangrijke anastomose met de dorsale neusarterie (tak van de arteria ophthalmica), waardoor de bloedvoorziening in de mediale gezichtslijn verzekerd blijft.

Klinische relevantie: Door het oppervlakkige verloop in de nasolabiale zone is de hoekslagader kwetsbaar voor beschadiging bij trauma of chirurgische ingrepen zoals rhinoplastiek en reconstructieve ingrepen rondom de ogen. In reconstructieve chirurgie kan de arteria angularis als vasculaire pedikel dienen voor fasciocutane flappen in het gezicht, waardoor bloedtoevoer in toegewezen weefsels gewaarborgd blijft.

Variaties en relaties: De exacte takstructuur kan per individu variëren; de hoekslagader ligt doorgaans nabij de orbicularis oculi en de spieren rondom de neus en mediale ooghoek. Variaties in de anastomosen met de dorsale neusarterie en andere takken van de faciale- en ophthalmische systemen komen voor.