Home

graftversushostziekte

Graft-versus-hostziekte (GVHD) is een complicatie die kan ontstaan na allogene hematopoëtische stamceltransplantatie. Donorcellen zien de ontvangersweefsels als vreemd en kunnen deze aanvallen. De belangrijkste organen die betrokken raken zijn de huid, lever en het maagdarmstelsel. GVHD ontstaat als gevolg van een afstotingsreactie van het donor-immuunsysteem tegen het gastlichaam, ondanks preventieve maatregelen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen acute GVHD en chronische GVHD. Acute GVHD ontstaat meestal binnen ongeveer

De oorzaak ligt in alloreactieve donorcellen die hostantigenen herkennen. Risicofactoren zijn onder meer HLA-mismatch, een vrouwelijk

Diagnose berust op klinische bevindingen en, waar nodig, weefselbiopsie ter confirmatie. Acute GVHD wordt geclassificeerd naar

Behandeling voor acute GVHD start meestal met systemische corticosteroïden; bij refractaire GVHD zijn opties zoals ruxolitinib

100
dagen
na
transplantatie
en
kan
leiden
tot
huiduitslag,
leverproblemen
en
diarree.
Chronische
GVHD
kan
langer
aanhouden
en
resulteren
in
bindweefseltoename
en
multisysteembetrokkenheid.
donor
naar
een
mannelijke
ontvanger,
hoge
intensiteit
van
de
conditioning,
en
het
soort
stamcellen
(perifere
bloedstamcellen
hebben
vaker
GVHD).
Het
klinische
beeld
hangt
af
van
aangetrokken
organen
en
ernst.
ernst
(graad
I–IV);
chronische
GVHD
volgens
NIH-criteria
als
beperkt
of
uitgebreid.
Preventie
omvat
immunosuppressieve
prophylaxe
na
transplantatie,
meestal
een
calcineurineremmer
(cyclosporine
of
tacrolimus)
met
aanvullende
medicatie
zoals
methotrexaat
of
mycophenolaat
mofetil.
of
extracorporale
fototherapie
beschreven.
Voor
chronische
GVHD
geldt
vaak
langdurige
immunosuppressie
en
aanvullende
middelen.
Het
management
vereist
tevens
intensieve
ondersteunende
zorg
en
infectiepreventie.
De
prognose
varieert
met
ernst
en
respons
op
behandeling.