graftverlies
Graftverlies is het falen van een getransplanteerd weefsel of orgaan om te functioneren in de ontvanger. Het kan betekenen dat de graft uiteindelijk niet meer werkt en soms leidt tot revisieoperatie, hertransplantatie of overlijden met een niet-functionerende graft. Graftverlies kan het gevolg zijn van immunologische afstoting (acute of chronische rejectie) maar ook van niet-immunologische factoren zoals ischemie-reperfusieletsel, vasculaire trombose, infecties, medicijntoxiteit of chirurgische complicaties. Een onderscheid wordt vaak gemaakt tussen acuut verlies kort na de transplantatie en chronisch verlies dat zich over maanden tot jaren ontwikkelt.
Oorzaken zijn onder meer acute afstoting (cellulair of humoraal) en chronische afstoting, daarnaast factoren zoals onvoldoende
Diagnose en monitoring vinden plaats via organo-specifieke tests en klinische beoordeling. Bij verdenking van afstoting kan
Preventie en prognose hangen samen met vroege detectie en beheersing. Essentieel zijn een zorgvuldige donor-ontvangermatching, naleving