gewandeld

Gewandeld is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord wandelen, wat toeren of lopen betekent. Het wordt gebruikt om tijdvormen van wandelen te vormen (voltooide tijden) en kan met beide hulpwerkwoorden hebben of zijn worden gebruikt, afhankelijk van de context. In de meeste gevallen gebruiken sprekers hebben: bijvoorbeeld Ik heb gewandeld in het park. Wanneer de nadruk ligt op de beweging van plaats A naar plaats B of op de route, kan ook zijn gebruikt: We zijn gewandeld langs de rivier. Beide vormen zijn correct, maar hebben vaak een nuance in benadrukking.

Etymologie en vormgeving: Wandelen is een oud Nederlands woord, verwant aan Middle Dutch wandelen en aan vergelijkbare Germaanse woorden in andere talen. De vorm gewandeld is het standaard voltooid deelwoord, gevormd met voorvoegsel ge- en de stam wandel-. Het voltooid deelwoord wordt in combinatie met hulpwerkwoorden vervoegd zoals een regulier werkwoord.

Gebruik en context: Gewandeld verwijst naar het voltooide handelen van wandelen, doorgaans een bescheiden tot matige lichamelijke activiteit te voet. Het komt voor in beschrijvingen van gebeurtenissen, vakanties of wandelingen, bijvoorbeeld: Tijdens de vakantie hebben we elke dag gewandeld. Het kan ook in samengestelde tijden voorkomen, zoals had gewandeld of zal gewandeld hebben, afhankelijk van de tijdscontekst. In informeel taalgebruik overheerst vaak de vorm met hebben, maar beide hulpwerkwoorden zijn grammaticaal correct en afhankelijk van wat de spreker wil benadrukken.

Zie ook: Wandelen; Wandelingen; Tijden in het Nederlands.