Home

geluk

Geluk is een Nederlands woord met twee voornaamste betekenissen: geluk als een algemene positieve toestand van welbevinden en plezier, en geluk als voorspoed of toeval dat gunstige uitkomsten oplevert. In het dagelijks taalgebruik verwijst geluk meestal naar een innerlijke toestand van tevredenheid en vreugde, maar het kan ook wijzen op fortuinlijke omstandigheden, bijvoorbeeld “veel geluk met je examen” of “het geluk dat het droog blijft”. De uitdrukking “gelukkig” duidt vaak op een positieve toestand of op toevallige gunst.

Historisch en cultureel gezien is het begrip geluk in verschillende tradities verschillend geïnterpreteerd. In de westerse

Factoren die geluk beïnvloeden zijn onder andere gezondheid, sociale relaties, werk, inkomen, autonomie en engagement in

traditie
wordt
geluk
vaak
gezien
als
een
combinatie
van
welbevinden,
zingeving
en
deugdzaam
handelen,
terwijl
sommige
stromingen
de
nadruk
leggen
op
geluk
als
contingent
fortuin.
In
de
moderne
psychologie
wordt
geluk
meestal
gedefinieerd
als
subjectief
welbevinden:
een
combinatie
van
positieve
affecten,
tevredenheid
over
het
eigen
leven
en
soms
een
gevoel
van
betekenis.
betekenisvolle
activiteiten.
Metingen
van
geluk
richten
zich
op
subjectief
welbevinden
en
worden
gebruikt
in
onderzoek
en
beleid
om
welzijn
te
volgen.
Kritiek
richt
zich
op
bias
in
zelfrapportage
en
de
culturele
context
van
wat
als
“geluk”
telt.
Het
begrip
blijft
dynamisch,
beïnvloed
door
persoonlijke
omstandigheden
en
maatschappelijke
factoren.