gegrondvest

Gegrondvest is een Nederlands voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord dat aangeeft dat iets stevig verankerd of op een solide basis is gebaseerd. Het wordt vooral in formele en juridische teksten gebruikt, maar ook in beleids- en academische schrijven. Gegrondvest duidt erop dat een beginsel, besluit of conclusie expliciet kan worden teruggevoerd op een fundament zoals feiten, regels, wetten of tradities.

Etymologie en vormgeving: gegrondvest is afgeleid van het werkwoord grondvesten, met het voorvoegsel ge- dat de voltooide toestand aangeeft. In tegenstelling tot gegrond, dat vaak ’onderbouwd’ of ’gerechtvaardigd’ betekenen kan, legt gegrondvest de nadruk op verankering in een concrete basis. Die basis kan bijvoorbeeld een constitutioneel kader zijn, maar ook een wettelijke, wetenschappelijke of morele grondslag.

Gebruik en voorbeelden: het woord komt voor in zinnen als: Het beginsel is gegrondvest in de Grondwet. Het beleid is gegrondvest op wetenschappelijke inzichten. De verklaring is gegrondvest op onomstotelijk bewijs. In deze contexten functioneert gegrondvest als aanduiding voor een significante en juridisch of autoritatief verantwoorde basis.

Nuance en verwante termen: gegrondvest heeft een formeler karakter dan veelal geprefereerde synoniemen zoals onderbouwd of verankerd. Het geeft expliciet aan dat iets een fundament kent dat juridisch of constitutioneel, of anderszins bindend is. In informelere teksten kan men vaker kiezen voor eenvoudiger uitdrukkingen zoals gebaseerd of op basis van.