Home

gebiedsniveau

Gebiedsniveau, letterlijk “area level”, is een term die in geografische, bestuurlijke en statistische contexten wordt gebruikt om het schaalniveau of de geografische reikwijdte aan te geven waarop data verzameld en beleid uitgevoerd worden. Het helpt bij het afbakenen van waarheden, verantwoordelijkheden en middelen in een gegeven situatie.

Het gebiedsniveau bepaalt de scope van beleid, de toewijzing van middelen en de vergelijkbaarheid van indicatoren.

Er bestaat geen één vast hiërarchisch schema voor gebiedsniveaus; het begrip verschuift per context. In de

Gebiedsgericht werken is een bekend toepassingsgebied: gezamenlijke beleidsvorming en uitvoering binnen een bepaald gebied over meerdere

Belangrijk is dat grenzen kunnen verschillen per dataset of programma, wat tijdreeksanalyses en vergelijkingen beïnvloedt. Een

Voor
policy
en
planning
is
het
belangrijk
dat
data
en
beslissingen
op
hetzelfde
schaalniveau
worden
geanalyseerd
en
toegepast,
zodat
prestaties
kunnen
worden
gemeten
en
vergeleken.
praktijk
worden
termen
gebruikt
zoals
nationaal,
provinciaal,
regionaal
en
gemeentelijk
niveau,
maar
ook
wijk
en
buurt
voor
lokale
analyses.
In
Europese
statistiek
zijn
NUTS-niveaus
gangbaar,
en
in
Nederland
worden
daarnaast
onder
meer
COROP-regio’s
en
gemeentelijke/
wijkniveaus
gehanteerd.
Het
gebiedsniveau
is
dus
flexibel
en
afhankelijk
van
de
doelstelling
en
de
beschikbare
data.
gemeenten
heen,
gericht
op
ingrepen
die
lokaal
zinvol
zijn.
Het
begrip
speelt
ook
een
rol
bij
databanken
en
statistische
publicaties,
waarinIndicatoren
en
trends
per
gebiedsniveau
worden
gerapporteerd.
duidelijk
afgebakend
gebiedsniveau
vergroot
de
coherentie
en
samenwerking
tussen
betrokken
partijen.