Home

driehoeks

Driehoek is een vlakfiguur met drie zijden en drie hoeken. De term is afgeleid van drie en hoek. In het moderne Nederlands is de meervoudsvorm driehoeken; informeel komt ook 'driehoeks' voor.

Classificatie: op basis van lengte van de zijden kunnen driehoeken worden ingedeeld in equilateral (gelijkzijdig), isosceles

Belangrijke stellingen en formules: in elke driehoek is de som van de binnenhoeken 180 graden. Voor een

Constructie en coördinaten: een driehoek kan met een rechte lijn en een passer worden getekend vanaf gegeven

Toepassingen en varianten: driehoeken komen voor in landmeting, bouwkunde, meetkunde en computergraphics. In niet-Euclidische geometrie veranderen

(twee
gelijke
zijden)
en
scalene
(alle
drie
ongelijk).
Op
basis
van
de
hoeken
worden
ze
onderscheiden
als
acute
driehoeken
(alle
hoeken
kleiner
dan
90
graden),
rechtshoekige
driehoeken
(één
hoek
precies
90
graden)
en
obtuurs
driehoeken
(één
hoek
groter
dan
90
graden).
Speciale
rechte
driehoeken
zijn
30-60-90
en
45-45-90
met
vaste
lengteverhoudingen.
rechthoekige
driehoek
geldt
de
stelling
van
Pythagoras:
a^2
+
b^2
=
c^2,
waarbij
c
de
hypotenusa
is.
De
oppervlakte
kan
worden
berekend
als
1/2
ab
sin
C
of
met
Heron's
formule:
oppervlakte
=
sqrt(s(s-a)(s-b)(s-c))
met
s
=
(a+b+c)/2.
De
verhoudingen
tussen
zijden
en
hoeken
worden
gegeven
door
de
wetten
van
sinus
en
cosinus.
data.
In
een
vlak
met
coördinaten
kun
je
drie
punten
bepalen
en
oppervlakte
berekenen
via
de
determinant
of
de
shoelace-formule.
Hoogte,
bissectrice
en
medianen
spelen
een
rol
bij
constructie
en
eigenschappen
zoals
gelijkheidsgroepen.
de
hoekensommen
en
verhoudingen;
op
een
boloppervlak
is
de
som
van
de
hoeken
groter
dan
180
graden,
terwijl
in
een
vlak
de
som
180
graden
is.