dribbelen

Dribbelen is een Nederlands werkwoord dat betekent de bal gecontroleerd voort te bewegen door herhaalde, kleine tikjes, terwijl men vooruit beweegt. Het gaat om het contact met de bal houden en tegelijk snelheid of ruimte creëren, meestal met korte aanrakingen en zonder de bal te verliezen. De term wordt vooral in balsporten gebruikt en kan zowel aanvallend als verkennend van aard zijn.

In sportcontexten zoals basketbal, voetbal, hockey en rugby is dribbelen een fundamentele techniek. In basketbal betekent dribbelen vaak het afleggen van een tegenstander en het openen van een pad richting het doel of de basket. In voetbal of hockey kan dribbelen dienen om langs een verdediger te komen terwijl de bal onder controle blijft. De techniek varieert per sport en vereist coördinatie, tempo en lichaamsverplaatsing.

Etymologie en varianten: het woord dribbelen is ontleend aan het Engelse dribble en is in het Nederlands aangepast aan de spellingsregels. Het werkwoord heeft tevens afgeleide vormen zoals dribbel (zeldzame of informele term voor een enkele dribbel) en de participium vorm dribbelend. De voltooide tijd wordt vaak gevormd als: ik heb gedribbeld; verleden tijd: ik dribbelde.

Zie ook: dribbel (mogelijke informele aanduiding voor een enkele actie) en verwante termen zoals dribbeltechniek of cross-over in basketbal. Dribbelen blijft een descriptieve term in sportmedia en coaches, met functie als basishandeling bij balbezit en voortbeweging.