dichtmaken

Dichtmaken is een Nederlands werkwoord met de letterlijke betekenis van iets dichtmaken of afsluiten. Het verwijst naar het sluiten of afdichten van een opening, zoals een deur, raam, kraan of straat. Daarnaast wordt het figuurlijk gebruikt om het beëindigen of afsluiten van een activiteit, onderneming, project of gesprek aan te geven. Het woord komt veel voor in zowel dagelijkse als formele taal en kan verwijzen naar concrete handelingen of naar het besluit een situatie definitief te beëindigen.

Grammaticaal gezien is dichtmaken een separabel werkwoord. In de tegenwoordige tijd zeg je bijvoorbeeld: ik maak de deur dicht, jij maakt de deur dicht, hij maakt het raam dicht. In de voltooide tijd is het: ik heb de deur dichtgemaakt, de deur is dichtgemaakt. De vorm dichting is soms ook zonder expliciet object te vinden, bijvoorbeeld: de deur maakt dicht wordt dan vervoegd als hij dichtmaakt; in de voltooide tijd blijft de participiumvorm dichtgemaakt.

Voorbeelden van gebruik: letterlijk – “Ik maak de deur dicht voordat het gaat regenen.” of “De kraan wordt dichtgemaakt zodat er geen lekkage is.” Figuurlijk – “De winkel wordt dichtgemaakt na het faillissement,” of “De onderhandelingen zijn dichtgemaakt en verder gaan we niet.” Vaak wordt dichtmaken in zakelijke kringen gebruikt om een definitieve stop of afsluiting aan te geven.

Zie ook verwante termen als sluiten, afsluiten en verzegelen; tegenovergestelde handeling is openen of openmaken.