cropfactoren

Cropfactoren zijn verhoudingsgetallen die worden gebruikt om de grootte van sensoren in camera’s met verschillende formaat te vergelijken met een 35 mm film/full-frame referentiesensor. Ze helpen om veld van zicht (hoek van beeld) en andere optische kenmerken tussen systemen met verschillende sensorformaten te vergelijken.

De crop factor wordt berekend als de verhouding tussen de diagonale maat van een full-frame sensor en die van de betreffende sensor. Een crop factor van 1,0 betekent full-frame; kleinere sensoren hebben doorgaans grotere cropfactoren. Typische waarden zijn bijvoorbeeld circa 1,5 tot 1,6 voor APS-C systemen (Nikon DX, Canon EOS APS-C, Sony en vele anderen), circa 1,5 voor Fujifilm X, en 2,0 voor Micro Four Thirds en andere smaller formaten. Hiermee geldt: hoe kleiner de sensor, hoe groter de cropfactor.

Praktische gevolgen: de cropfactor bepaalt welke brandpuntsafstand op het sensorformaat equivalent is ten opzichte van full-frame. De equivalente brandpuntsafstand wordt berekend als de werkelijke brandpuntsafstand maal de cropfactor (f_equiv = f × cropfactor). Daarnaast beïnvloedt de cropfactor de scherptediepte: bij dezelfde brandpuntsafstand en hetzelfde diafragma heeft een kleiner sensorgeval doorgaans een groter DOF, wat leidt tot een grotere scherptediepte. De cropfactor zegt niets over beeldkwaliteit, ruis of resolutie; het beschrijft alleen het veld van zicht en de DOF-werking in vergelijking met full-frame. Ook een digitale cropping (na opnames) kan soortgelijke effecten nabootsen, maar dit is geen vervangen voor het gebruik van een kleiner sensor.