Home

biodiversiteitspatronen

Biodiversiteitspatronen zijn regelmatigheden in de hoeveelheid soorten en de samenstelling van levende wezens die voorkomen over verschillende plaatsen en tijden. Ze beschrijven hoe soortrijkdom, verdeling van individuen en functionele eigenschappen variëren met omgevingsfactoren, gebiedsgrootte en historische processen.

Een bekend patroon is de latitudinale diversiteitsgradiënt: in het algemeen is de soortrijkdom groter in tropische

Een tweede fundamentele patroon is de relatie tussen gebiedsoppervlakte en soortrijkdom: grotere gebieden dragen doorgaans meer

Beta-diversiteit meet de afwisseling in soorten tussen plaatsen; gamma-diversiteit is de totale soortrijkdom binnen een grotere

Abundantiepatronen tonen dat veel gemeenschappen een overvloed aan zeldzame soorten hebben en een paar algemeen voorkomende

Fylogenetische en functionele diversiteit geven extra patronen: verwantschap en de verdeling van functies kunnen variëren met

Menselijke activiteiten beïnvloeden deze patronen sterk: habitatverlies, fragmentatie, invasieve soorten en klimaatverandering kunnen de patronen verschuiven

regio's
en
neemt
af
naar
de
polen,
hoewel
lokale
uitzonderingen
voorkomen.
Andere
factoren
zoals
temperatuur,
produceren,
productiviteit
en
historische
contingenties
spelen
hierbij
een
rol.
soorten;
de
relatie
wordt
beschreven
met
S
=
cA^z
en
schattingen
van
z
variëren
per
schaal
en
taxon.
Regionale
verschillen
in
klimaat
en
reliëf
dragen
bij
aan
afwijkingen
van
deze
algemene
trend.
regio.
In
mosaïeklandschappen
en
bij
habitatfragmentatie
zien
we
vaak
hogere
beta-diversiteit
door
diferente
habitats
en
isolatie
van
populaties.
soorten
domineren;
de
waargenomen
verdelingen
volgen
vaak
een
log-normale
of
log-series
verdeling.
omgeving,
wat
inzicht
biedt
in
ecologische
niches
en
onderliggende
processen
zoals
selectie,
dispersie,
drift
en
evolutie.
en
de
risico’s
voor
soorten
verhogen.