binnenomgeving

Binnenomgeving verwijst naar de omgeving binnen gebouwen waar mensen het grootste deel van hun tijd doorbrengen. Het omvat de luchtkwaliteit, temperatuur, vochtigheid, verlichting, geluid en de oppervlakken en materialen in woon-, werk- en onderwijsgebouwen. De kwaliteit van de binnenomgeving wordt beïnvloed door bouwontwerp, gebruikte materialen, ventilatie, vochtbeheer en bezetting.

Belangrijke onderdelen zijn binnenluchtkwaliteit (IAQ), thermisch comfort, vochtigheid, ventilatie en akoestiek. IAQ wordt bepaald door verontreinigende stoffen zoals vluchtige organische stoffen (VOS), formaldehyde, fijnstof en kooldioxide, evenals de aanwezigheid van schimmels of radon. Een goede ventilatie en filtratie, samen met bronaanpak (source control), dragen bij aan een gezonder binnenmilieu.

Een goede binnenomgeving draagt bij aan gezondheid, comfort en productiviteit, terwijl een slecht binnenmilieu kan leiden tot irritatie van ogen en luchtwegen, hoofdpijn en het syndroom van een ziek gebouw. Kinderen, ouderen en mensen met chronische aandoeningen kunnen extra gevoelig zijn.

Beheersing van de binnenomgeving omvat het waarborgen van voldoende ventilatie, vochtcontrole, temperatuurregeling en onderhoud van HVAC-systemen en filtratie. Energie-efficiëntie kan botsen met IAQ, maar slimme ontwerpen en onderhoud kunnen beide verbeteren. Relevante normen en richtlijnen verwijzen naar binnenmilieu-parameters en ontwerpcriteria zoals EN 13779, EN 15251 en WHO-advies.

In praktijk worden maatregelen genomen door ontwerpers, gebouwbeheerders en bewoners, waaronder broncontrole van verontreinigende stoffen, regelmatige inspectie en meting van IAQ, en aanpassingen in verlichting en akoestiek om een gezond en comfortabel binnenmilieu te waarborgen.