belastingboxen

Belastingboxen is de benaming voor de indeling van de inkomstenbelasting in Nederland. Het systeem verdeelt inkomsten en vermogen over drie boxen, elk met eigen regels. Doel is om verschillende soorten inkomen en vermogen apart te belasten en zo de belasting te heffen op basis van het type inkomsten of vermogen.

Box 1 heeft betrekking op inkomen uit werk en woning. Hieronder vallen loon, winst uit onderneming, pensioenen en uitkeringen, en inkomsten uit eigen woning. In Box 1 komen aftrekposten en heffingskortingen tot uitdrukking, waardoor de te betalen belasting daalt. De inkomsten in Box 1 worden doorgaans tegen een progressief tarief belast.

Box 2 gaat over aanmerkelijk belang: situaties waarin iemand rechtstreeks of indirect minstens 5 procent van de aandelen in een vennootschap houdt. Inkomen uit Box 2 wordt belast tegen een vast tarief voor aanmerkelijk belang, onafhankelijk van andere inkomsten.

Box 3 behandelt sparen en beleggen. Het gaat om het vermogen op 1 januari van het jaar, zoals spaargeld, effecten en beleggingen (niet de eigen woning). Er geldt een vrijstelling (heffingsvrij vermogen); over het resterende vermogen wordt een fictief rendement berekend en hierover wordt belasting geheven tegen een vastgesteld tarief. De regels veranderen regelmatig en kunnen per jaar verschillen.

In de praktijk doen burgers jaarlijks aangifte inkomstenbelasting, waarbij de Belastingdienst per box de inkomsten en het vermogen beoordeelt, rekening houdend met kortingen en eventuele wijzigingen in de wet.