azijn

Azijn is een zure vloeistof die ontstaat wanneer ethanol wordt omgezet in azijnzuur door azijnzuurbacteriën. Het hoofdbestanddeel is azijnzuur, meestal 4 tot 8 procent van het volume bij tafelazijn; de rest is water en kleine hoeveelheden smaakstoffen. De zure eigenschappen maken azijn veelzijdig in voedsel en schoonmaak.

Typen en productie: Bekende varianten zijn wijnazijn, appelciderazijn, rijstazijn, witte azijn, maltazijn en balsamico. Wijnazijn en appelciderazijn worden gemaakt van respectievelijk wijn en gefermenteerd appelsap; rijstazijn van gefermenteerde rijst. Balsamicoazijn wordt traditioneel gemaakt van druivenmost en rijpt langer in houten vaten. Productie gebeurt soms via industriële acetificatie in roestvrijstalen tanks, maar ook via traditionele methoden zoals het Orléans-proces waarin de azijn rijpt in houten vaten.

Gebruik: In de keuken dient azijn als smaakmaker, marinade, conserveermiddel en basis voor dressings. Het helpt voedsel te conserveren en smaken in balans te brengen. Voor schoonmaak wordt verdunde azijn veelvuldig gebruikt als ontkalker, reinigingsmiddel en deodorant voor diverse oppervlakken.

Opslag en veiligheid: Bewaar azijn in een goed afgesloten fles op een koele, donkere plek. De houdbaarheid is lang. Onverdunde azijn kan huid- of oogirritatie veroorzaken en sommige oppervlakken of materialen aangetast worden; gebruik verdunde varianten voor reiniging en vermijd onjuiste toepassingen op gevoelige oppervlakken.

Geschiedenis: Azijn wordt al eeuwenlang geproduceerd en gebruikt, met vermeldingen in oude beschavingen als Egypte en Mesopotamië. In de middeleeuwen verspreidde het gebruik zich in Europa en bleef het een alledaags product in voeding en huishouding.