Home

articulair

Articulair is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat betrekking heeft op articulatie: de beweging tussen botten in een gewricht, of op een gewricht zelf. Het woord wordt gebruikt in medische en anatomische contexten om zaken die met gewrichten te maken hebben aan te duiden.

Etymologisch komt articulair van het Latijnse articulus, via het Franse articulaire, en daarna in het Nederlands

In de geneeskunde en anatomie komt articulair veel voor in termen die gewrichtsstructuren en -functies beschrijven.

In bredere zin kan articulair ook worden gebruikt om het verband met beweging en verbindingen aan te

terecht
als
een
adjectief
dat
verwant
is
aan
gewrichten
en
beweegbare
verbindingen.
In
vaktermen
wordt
de
term
vaak
aangewend
in
combinatie
met
specifieke
begrippen
zoals
articular
oppervlak
(de
contactvlakken
tussen
botten
in
een
gewricht)
en
articular
kraakbeen
(kraakbeen
op
die
oppervlakken).
Zo
verwijst
men
naar
de
articulair
vlak,
de
articulatie
en
de
articulair
bewegingen
van
een
individu.
In
de
tandheelkunde
en
kaakchirurgie
speelt
het
begrip
ook
een
rol:
een
articulator
is
een
apparaat
dat
kaakbewegingen
simuleert
voor
analyse
en
protheseplanning,
en
termen
als
articulair
systeem
kunnen
verwijzen
naar
de
mechanismen
van
kaakcontact
en
occlusie.
duiden,
al
blijft
de
term
vooral
gangbaar
in
medische
en
biomechanische
contexten.
Verwante
termen
zijn
onder
meer
articulatio
(Latijn
voor
gewricht)
en
het
Engelse
equivalent
articular.