aangeben

Aangeven is a Dutch verb with meanings centered on making information known or specifying something. Core senses include to indicate or state something, to point out a detail, or to report information to another person or to an authority. In official or formal contexts it can also mean to declare something in a recorded form, such as on a form or in a statement. The noun form aangifte refers to a declaration or report, often in legal or administrative settings.

Etymology and grammar: the verb is formed by aan- plus geven, and it is a separable verb. In main clauses the prefix is typically separated: Ik geef het bedrag aan. In subordinate clauses or after certain adverbs the prefix may remain attached: Hij heeft aangegeven dat hij later komt. The past tense is 'gaf aan' (simple past) and the present perfect is 'aangegeven' (has indicated / has stated).

Usage and examples: aangeven is used for indicating location, cause, or details: Kun je aangeven waar het kantoor is? De cijfers geven aan dat de omzet stijgt. In bureaucratische contexten is aangeven common in phrases like aangeven op een formulier, of in tax terms: alle inkomsten aangeven. In criminaliteit- of officiële gevallen is 'aangifte' de daarbij behorende handeling, bijvoorbeeld aangifte doen bij de politie.

Relationele vormen: verwante woorden include aangifte (noun: declaration, report), aangever (informant, notifier), and synonyms zoals melden of vermelden. Aangeven versus opgeven kan nuance verschillen: aangeven is meestal gericht op het bekendmaken of verduidelijken van informatie; opgeven kan ook betekenen stoppen met deelnemen of verstrekken van informatie in bredere zin.