Home

Voorzetselgroep

Een voorzetselgroep is een syntactische eenheid in het Nederlands die bestaat uit een voorzetsel en zijn complement. Het complement is meestal een zelfstandig naamwoordgroep of een voornaamwoord, en kan determiners, bijstellingen en andere modifiers bevatten. De voorzetselgroep zelf heeft geen eigen werkwoordelijk kern en functioneert als een taalonderdeel dat de relatie aangeeft tussen andere zinsdelen.

Structuur en onderdelen: de kern is een voorzetsel zoals in, op, met, aan, tussen, zonder, door, wegens,

Functies in de zin: voorzetselgroepen kunnen fungeren als bijwoordelijke bepalingen (bv. plaats, tijd, oorzaak, wijze) of

Verwante begrippen: in sommige leerboeken wordt onderscheid gemaakt tussen voorzetselgroepen en voorzetselvoorwerpen. Een voorzetselvoorwerp is een

voor,
enzovoort.
Het
object
van
het
voorzetsel
is
meestal
een
zelfstandig
naamwoordgroep
of
een
voornaamwoord,
eventueel
met
determiners
en
bijvoeglijke
bepalingen.
Voorbeelden
zijn
'in
het
park',
'op
de
tafel',
'met
een
hoed',
'zonder
problemen'.
als
postnominale
modificatoren
die
een
zelfstandig
naamwoord
nader
specificeren,
zoals
in
'de
man
met
een
hoed'
of
'het
boek
op
de
plank'.
Ze
kunnen
ook
dichtbij
een
werkwoord
voorkomen
en
zo
de
betekenis
van
het
werkwoord
beïnvloeden,
bijvoorbeeld
in
uitdrukkingen
als
'denken
aan
een
oplossing'.
voorzetselgroep
die
als
lijdend
voorwerp
van
een
werkwoord
fungeert,
zoals
in
'denken
aan
een
probleem'
(waarbij
'aan
een
probleem'
als
voorzetselvoorwerp
kan
worden
gezien).
Over
het
algemeentypes
de
voorzetselgroep
echter
een
structureel
onderdeel
dat
zinsrelaties
aangeeft
zonder
per
se
het
object
van
een
werkwoord
te
zijn.