Verbeteren

Verbeteren is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis “beter maken” of “fouten corrigeren”. Het kan verwijzen naar het verhogen van kwaliteit, prestaties of nauwkeurigheid, maar ook naar het herstellen van onjuistheden. In veel gevallen is verbeteren transitief: men verbetert iets, bijvoorbeeld een tekst, een product of een proces. Ook kan men zeggen “zich verbeteren”, wat verwijst naar eigen ontwikkeling of verbetering van vaardigheden.

Grammaticaal behoort verbeteren tot de groep werkwoorden op -eren. De tegenwoordige tijd is onder meer: ik verbeter, jij (u) verbetert, hij/zij/het verbetert; wij verbeteren, jullie verbeteren, zij verbeteren. De verleden tijd is “verbeterde” en de voltooide tijd wordt gevormd met hebben: “ik heb de fout verbeterd.” Het zelfstandig naamwoord is “de verbetering” (meervoud: verbeteringen). Voorbeelden: “De verbetering van de software duurde langer dan gepland.” “We werken aan voortdurende verbetering van de dienstverlening.”

Betekenisverschillen en nuance: verbeteren is meestal breder dan corrigeren. Verbeteren omvat kleine aanpassingen maar ook significante veranderingen in kwaliteit of prestaties; corrigeren verwijst vaker naar het herstellen van specifieke fouten. Etymologisch komt het werkwoord van “beter” met het voor- en achtervoegsel ver-, wat een verandering van toestand aanduidt. Verwante termen zijn onder meer “verbetert”, “verbetering” en “continue verbetering” (ook wel Kaizen genoemd in managementcontext).