Stapelvezel

Stapelvezel is een vezel met een beperkte lengte, die voorkomt in zowel natuurlijke als synthetische vormen. In tegenstelling tot filamentvezels, die continu zijn, bestaan stapelvezels uit korte lengtes die in garens worden verwerkt. Dit type vezel is fundamenteel voor veel textieltoepassingen en wordt vaak verwerkt via kaart- en spoelprocessen die stapelvezels samenvoegen tot gordels en garens.

Onderverdeling en voorbeelden

Natuurlijke stapelvezels omvatten katoen, wol, vlas en hennep. Synthetische stapelvezels worden geproduceerd door extrusion (en daarna knippen) en omvatten viscose-stapelvezel, polyester-stapelvezel en nylon-stapelvezel. Bij katoen bijvoorbeeld varieert de stapellengte met het soort katoen en de oogstperiode; bij wol wordt de lengte van de fleece gemeten in stapels.

Productie en verwerking

Natuurlijke stapelvezels ontstaan als korte vezels uit de natuurlijke bron, terwijl synthetische stapelvezels worden gemaakt door een polymeer te extruderen tot een filament en vervolgens in korte lengtes te knippen. In de weef- en breiwerkprocessen worden stapelvezels geblend en door kaarden, trekken en, indien nodig, kammen geleid om een stabiele garenstructuur te vormen. De lengte van de stapelvezel beïnvloedt de spinoplossing, de garenkwaliteit en de uiteindelijke textielhand.

Eigenschappen en toepassingen

Korte stapelvezels kunnen extra kruising en hairiness geven en leveren vaak minder lengteconsistentie dan lange vezels, wat van invloed is op gladheid en sterkte van het garen. Stapelvezels worden gebruikt in kledingstoffen, interieurs, nonwovens en technische textieltoepassingen zoals filters en geotextiel, al dan niet in menging met lange vezels.

Metingen en kwaliteitszorg

De stapellengte en de verdelingscurve van de vezellengte worden gemeten om de spinbare kwaliteit te bepalen. Industriële normen en apparatuur (zoals length-based tests) helpen bij het vergelijken van leveranciers en productieseries.