Home

Opslaan

Opslaan is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis bewaren of opslaan. Het kan verwijzen naar het fysiek bewaren van voorwerpen, bijvoorbeeld het opbergen van spullen, en naar het elektronisch of digitaal bewaren van gegevens, zoals het opslaan van een bestand. Het werkwoord is separabel: in de tegenwoordige tijd zeg je bijvoorbeeld Ik sla het op en in de voltooide tijd Ik heb het opgeslagen. Het zelfstandig gebruikte woord opslag verwijst naar opslagruimte of het proces van opslaan, en opslagruimte is een veelgebruikte term voor de plek waar spullen bewaard worden.

In computers en informatica geldt opslaan als het schrijven van data naar een opslagmedium of naar de

Naast digitale toepassingen gaat opslaan ook over fysieke opslag: goederen, documenten of voorraad in een magazijn

Historisch gezien komt de betekenis voort uit de combinatie van op- en slaan; in het dagelijks gebruik

cloud.
Programmas
bieden
vaak
de
optie
Opslaan
als
om
een
bestand
onder
een
andere
naam
of
locatie
vast
te
leggen.
Automatisch
opslaan
(autosave)
is
een
veelvoorkomende
functie
om
verlies
van
werk
te
voorkomen.
De
termen
gegevensopslag
en
opslagmedia
(zoals
harde
schijf,
SSD
of
geheugenkaart)
komen
vaak
voor
in
technische
contexten.
of
opbergkast.
In
logistiek
en
voorraadbeheer
is
het
een
basaal
proces
dat
houdt
verband
met
opslagruimte
en
organisatie.
Synoniemen
zoals
bewaren
en
opbergen
verschillen
in
nuance:
bewaren
benadrukt
behoud
en
kwaliteit,
terwijl
opbergen
vaker
duidt
op
het
wegzetten
of
buiten
zicht
plaatsen.
blijft
het
een
separabel
werkwoord.
In
spreektaal
kan
men
zeggen
Sla
het
op,
en
in
de
voltooide
tijd
is
ook
Ik
heb
het
opgeslagen
gebruikelijk.
De
voltooid
deelwoord
is
opgeslagen,
bijvoorbeeld
Het
is
opgeslagen.