Opbloeien

Opbloeien is een Nederlands werkwoord met de betekenis dat iets uit dormantie of stilstand tot groei en bloei komt. Letterlijk verwijst het naar het verschijnen van bloemen en knoppen, maar het wordt ook figuurlijk gebruikt voor perioden van toenemende activiteit, voorspoed of vitaliteit in economie, cultuur of persoonlijke ontwikkeling. In tuinbouw en biologie beschrijft het vaak het uitkomen van knoppen en het bereiken van een groeifase.

Etymologie en grammatica: opbloeien bestaat uit het separabele prefix op- en het werkwoord bloeien. In de tegenwoordige tijd staat het prefix los: 'de tuin bloeit op'; in de verleden tijd: 'de tuin bloeide op'. De voltooid tegenwoordige tijd is: 'de tuin is opgebloeid.' Het gebruik strekt zich uit tot zowel letterlijk (planten) als figuurlijk (stad, economie, carrière).

Toepassingsvelden: in de natuur verwijst het naar planten die uit de winter verschijnen; in de economie en samenleving naar een periode van groei na een dip; in cultuur naar een opleving van kunst en literatuur of een opkomende generatie talenten. Voorbeelden: 'In april bloeit de narcis op.' 'Na de recessie bloeit de economie op.' 'Haar carrière bloeit op na de nieuwe functie.'