Nietdetectiegegevens
Nietdetectiegegevens verwijzen naar meetresultaten waarin een bron niet met voldoende statistische significantie is gedetecteerd door een instrument. In zo’n geval levert de meting geen kwantitatieve flux- of intensiteitswaarde op; wel wordt een bovengrens gegeven die afhankelijk is van de gevoeligheid van het instrument, de achtergrondruis en de blootstellingstijd. Nietdetectiegegevens komen voor in diverse vakgebieden, waaronder astronomie, deeltjesfysica en milieumonitoring, waar onderzoekers grenzen willen stellen aan wat mogelijk is bij huidige instrumenten.
Hoe worden ze verkregen? De bovengrens wordt meestal uitgedrukt als een upper limit bij een bepaald betrouwbaarheidsniveau,
Interpretatie en gebruik: Nietdetectiegegevens dienen om grenzen te stellen aan theoretische modellen en om de parameterruimte
Statistische behandeling: Nietdetectiegegevens worden beschouwd als gecensureerde data. Bij modellering kunnen ze worden geïntegreerd via likelihood-methoden