Impregneren

Impregneren is het proces waarbij een materiaal van buitenaf wordt doordrongen met een impregneermiddel om eigenschappen te verbeteren, zoals waterdichtheid, chemische bestendigheid of mechanische sterkte. Het impregneermiddel kan bestaan uit oliën, harsen, siliconen of polymeerlagen en wordt gekozen op basis van het materiaal, de gewenste eigenschap en de omgeving waarin het product zal dienen.

De uitvoering varieert. Bij poreuze materialen zoals hout, textiel en sommige steen- en betonsoorten wordt vaak een vloeistof in de poriën gebracht door onderdompeling, of via vacuüm- en drukimpregnatie. Bij vacuümimpregnatie wordt lucht uit de poriën verwijderd en vervolgens het impregneermiddel onder druk in de structuur gebracht, waardoor een diepe saturatie ontstaat. Na behandeling volgen meestal droging en uitharding zodat het impregneermiddel aan de structuur bindt.

Toepassingen zijn onder meer houtbescherming tegen schimmels en insecten, verbetering van waterafstoting bij textiel en leer, en vermindering van porositeit in stenen en beton voor weersbestendigheid. In industriële elektronica en kunststoftoepassingen kunnen impregnatieprocessen dienen als isolatie of vochtbarrière.

Voordelen van impregneren zijn onder meer een langere levensduur en betere prestatie onder bepaalde omstandigheden; nadelen omvatten kosten, mogelijke verandering van uiterlijk en milieu- en veiligheidsoverwegingen bij het kiezen van impregneermiddelen. De behandeling dient te voldoen aan relevante regelgeving en veiligheidsrichtlijnen voor chemicaliën en afvalverwerking.