Home

GeigerMüllerbuizen

Geiger-Müllerbuizen zijn gasvullingstrusters die worden gebruikt om ioniserende straling te detecteren. Ze bestaan uit een afgesloten buis met een centrale anode draad en een kathode, gevuld met een laagdrukgasmengsel, meestal een inert gas met een quenchingsgas. Wanneer straling de buis binnenkomt, Ionisatie van het gas ontstaat en een elektron- en ionparen worden gevormd. De elektrische veldsterkte nabij de anode veroorzaakt een voorloopontlading die zich uitbreidt tot een volledige gasontlading, waardoor een puls ontstaat. Deze puls wordt vervolgens door het quenchingsgas gedempt en de buis keert terug naar de neutrale toestand. De buis vertoont een na-ontladingsperiode (dead time) na elke puls, waarin geen volgende gebeurtenis kan worden gedetecteerd.

Geiger-Müllerbuizen werken in de Geiger-Müller-regio, waarin één ionisatie-gebeurtenis leidt tot een volwaardige ontlading over de buis.

Constructie en materialen: doorgaans bestaan ze uit glas of metaal met een dunne anode-spiraal in het midden

Geschiedenis: de Geiger-Müllerbuis werd in 1928 ontwikkeld door Hans Geiger en Walther Müller en maakte praktische

Toepassingen en beperkingen: veel gebruikt voor stralingsmeting in omgevingen, laboratoriumtellingsapparatuur en educatieve demonstraties. Nadelen zijn gebrek

De
uitgangen
zijn
van
vrijwel
vaste
amplitude,
wat
tellen
vereenvoudigt
met
eenvoudige
elektronica.
Daardoor
zijn
deze
buizen
ideaal
voor
het
meten
van
de
stralingsintensiteit
(kaarttelling),
maar
zij
geven
geen
informatie
over
de
energie
van
de
straling
(geen
energie-spectrometrie).
en
een
omhullende
kathode.
Het
gasmengsel
wordt
bij
lage
druk
ingesloten.
Veelgebruikte
mengsels
bevatten
argon
met
een
quenchingsgas
zoals
methaan
of
ander
koolwaterstof.
draagbare
stralingsdetectoren
mogelijk.
aan
energieresolutie,
gevoeligheid
voor
buisspanningsnauwkeurigheid
en
na-ontladings-interval,
evenals
vereisten
voor
een
stabiele
hoogspanningsbron
en
onderhoud
tegen
gaslekkage
of
veroudering.