Explosieven
Explosieven zijn stoffen of mengsels die bij een snelle omzetting van chemische energie in gas en warmte een hoge druk genereren, meestal door detonatie of snelle verbranding. Ze worden toegepast in mijnbouw, sloop, constructie en militaire context. Explosieven worden grofweg onderverdeeld in twee hoofdgroepen op basis van hun optreden: hoge explosieven, die detoneren bij ontsteking, en lage explosieven, die wel snel vergaan maar geen detonatie vertonen. Voorbeelden van hoge explosieven zijn TNT, RDX en PETN; dynamiet en gelatine-achtige vulstoffen worden historisch tot deze groep gerekend, evenals plastische explosieven. Lage explosieven zoals historische zwarte poeder en nitrocellulose-gebaseerde samenstellingen kennen een lagere detoneringsgevoeligheid maar kunnen toch vlambogen of rook produceren. Binnen hoge explosieven wordt vaak onderscheid gemaakt tussen primaire explosieven (zeer gevoelig, meestal als ontsteker gebruikt) en secundaire explosieven (minder gevoelig, vaker hoofdcomponent).
Energetische materialen bestaan vooral uit nitroverbindingen en verwante chemische groepen, vaak gebonden met inert materiaal of
Regelgeving en veiligheid spelen een centrale rol: explosieven vallen onder strikte wetten en normen voor opslag,