Brandmeldknoppen

Brandmeldknoppen zijn manuele meldpunten die mensen in staat stellen een brandmelding te starten door handmatig een knop in te drukken of een beschermde glasplaat te breken. Ze vormen een onderdeel van een brandmeldinstallatie en zijn aangesloten op een brandmeldcentrale (FACP). Bij activering wordt een signaal naar de centrale gestuurd, waarop doorgaans directe alarm- en ontruimingsprocedures in werking treden.

Locaties en ontwerp: brandmeldknoppen bevinden zich meestal langs vluchtroutes, nabij ingangen en bij uitgangen, in gangen en op verdiepingen. De apparaten zijn herkenbaar rood van kleur en voorzien van duidelijke labeling. Veel modellen hebben een beschermde glasplaat of een klep die eerst geopend of gebroken moet worden voordat de knop kan worden ingedrukt; sommige varianten gebruiken een drukknop onder een beschermde kap. Moderne systemen kunnen ook push- of toetsknoppen zonder glas hebben, maar blijven binnen het wettelijke en installatienormen.

Processen en afhandeling: wanneer een brandmeldknop wordt geactiveerd, registreert de brandmeldcentrale het punt van activering en activeert zij alarm- en ontruimingssignalen. Het moment van melding wordt vastgelegd en voor een correcte afhandeling wordt doorgaans onderhoud en inspectie van de knop vereist. Het is van belang dat brandmeldknoppen toegankelijk en vrij van belemmeringen blijven en dat gebruikers bekend zijn met de juiste procedures bij een melding.

Regelgeving: brandmeldknoppen vallen onder internationale en nationale normen voor brandmeldsystemen, zoals EN 54-11 (manuele meldpunten) en aanverwante delen van EN 54 voor brandmeldcentrales en signaalapparatuur. In bouw- en veiligheidswetgeving kunnen aanvullende eisen gelden.

Zie ook: brandmeldinstallatie, branddetectie, ontruiming.