Home

Afkomstige

Afkomstige is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat betekenis heeft als “afkomstig uit een bepaalde plaats of groep” of “van oorsprong”. Het verwijst naar wat afkomstig is van een bron, beroepdoening of achtergrond en wordt gebruikt om de herkomst van iets of iemand aan te geven.

Etymologie en grammatica

Afkomstige is afgeleid van afkomst, met het achtervoegsel -ig dat een bijvoeglijk naamwoord vormt. De basisvorm

Gebruik en voorbeelden

Het woord komt vooral voor in formele of descriptieve teksten, zoals sociologisch, historisch of cultureel beschrijvend

Nuance en verwantschappen

Afkomstige staat in wezen dicht bij synoniemen als afkomst, herkomst of oorsprong. Verschillen in nuance zijn

Zie ook

Afkomst, Herkomst, Oorsprong.

is
afkomst–,
terwijl
afkomstige
de
vervoegde
attributieve
vorm
is
die
voor
een
zelfstandig
naamwoord
verschijnt.
In
de
regels
van
het
Nederlands
krijgt
afkomstige
vaak
de
-e
ending
in
volgorde
met
een
bepaald
lidwoord
of
bijgevoegd
meervoud,
bijvoorbeeld
de
afkomstige
bewoners.
taalgebruik.
Het
wordt
gebruikt
om
aan
te
geven
uit
welke
oorsprong
iets
of
iemand
afkomstig
is.
Voorbeelden:
afkomstige
namen,
afkomstige
producten
uit
een
regio,
of
afkomstige
bevolkingsgroepen.
In
minder
formele
contexten
kan
men
ook
vaker
spreken
van
oorsprong
of
herkomst.
subtiel:
afkomst
benadrukt
vaak
achtergrond
en
voorgeschiedenis,
herkomst
wijst
naar
de
herkomst
als
oorsprong
of
plek,
en
oorsprong
komt
vaak
over
als
de
meest
neutrale
term.
Bij
het
bespreken
van
menselijke
identiteit
is
voorzichtigheid
geboden,
omdat
opvattingen
over
afkomst
stigmatiserend
of
essentialiserend
kunnen
zijn.