wondbloeding

Wondbloeding is bloedverlies dat uit een verwonding komt. Het kan variëren van mild tot ernstig. Bij veel wonden stopt de bloeding vanzelf door de natuurlijke bloedstolling, maar hevig of aanhoudend bloedverlies vereist directe hulp.

Er zijn verschillende typen bloedingen. Capillair bloedverlies is meestal licht en loopt als een dun straaltje langs de wondrand. Veneuze bloedingen zijn doorgaans donkerrood en continu. Arteriële bloedingen zijn vaak hevig, helder rood en kunnen spatten bij elke slag van het hart.

Eerste hulp: bescherm uzelf en de betrokkene; draag waar mogelijk handschoenen. Druk rechtstreeks op de wond met een schone doek of steriel gaasje. Houd de druk lang genoeg aan totdat de bloeding stopt. Indien mogelijk, til het aangedane ledemaat licht omhoog.

Laat voorwerpen die in de wond zitten niet verwijderen; stabiliseer indien mogelijk. Gebruik een steriel verband om de wond af te dekken en vervang het verband als het doordrenkt is. Als de bloeding hevig blijft of niet stopt na ongeveer 10 minuten, bel dan de hulpdiensten. Een tourniquet wordt alleen toegepast door getraind medisch personeel.

Zoek medische hulp bij diepe wonden, wonden die aanzienlijk bloeden, wonden op het hoofd, in het gezicht of de borst, of als iemand zich duizelig of bewusteloos voelt. Bij bekende bloedingsstoornissen of bij gebruik van antistollingsmiddelen is professionele evaluatie aan te raden.

Preventie en nazorg: houd wonden schoon en droog; gebruik steriele materialen en volg indien nodig tetanusvaccinatie. Let op tekenen van infectie zoals roodheid, zwelling, pus of koorts en raadpleeg een arts als die symptomen optreden.