vezelsoorten

Vezelsoorten zijn lange, dunne filamenten met een hoge lengte-dikteverhouding die worden gebruikt om materialen te versterken of te weven tot textiel. Vezels worden onderverdeeld in natuurlijke en kunstmatige (synthetische) vezels, en soms ook in minerale en celulosische varianten. De keuze voor een vezel hangt af van sterkte, gewicht, prijs en onderhoudsbehoefte van het eindproduct.

Natuurlijke vezels omvatten plantaardige vezels zoals katoen, vlas (linnen) en hennep, en dierlijke vezels zoals wol en zijde. Daarnaast bestaan er hout- en bastvezels. Natuurlijke vezels zijn vaak biologisch afbreekbaar en hebben doorgaans een lagere rek, maar de kwaliteit kan variëren door groeiomstandigheden en verwerking.

Kunstmatige of synthetische vezels worden door chemische processen gemaakt. Voorbeelden zijn polyamides (nylon), polyesters, polyacryl en polypropyleen. Geavanceerde synthetische vezels omvatten aramidevezels (Kevlar), koolstofvezel en glasvezel. Deze vezels bieden hoge sterkte-gewichtverhoudingen en specifieke eigenschappen zoals warmtebestendigheid of stijfheid, maar kunnen minder milieuvriendelijk zijn en vereisen speciale verwerking.

Toepassingen zijn breed en variëren van kleding en textiel tot composieten die worden gebruikt in de luchtvaart, auto-industrie, sportuitrusting en bouw. In vezelversterkte composieten dienen vezels als versterking om hoge sterkte en stijfheid te bieden bij laag gewicht. Duurzaamheidsvraagstukken en recycling zijn belangrijke overwegingen bij moderne vezelproductie.