veiligheidssignalen

Veiligheidssignalen zijn tekens, symbolen en cues die de veiligheid van mensen en processen bevorderen. Ze geven aan welke risico's bestaan, welke beschermende maatregelen gelden en hoe te handelen in noodgevallen. Ze kunnen fysiek zijn (borden, markeringen, pictogrammen op machines), maar ook digitaal (alerts in systemen) of auditief (geluidswaarschuwingen). In de EU en veel landen worden ze gestandaardiseerd om herkenbaar te zijn, bijvoorbeeld volgens ISO 7010 en nationale regels.

De belangrijkste groepen zijn waarschuwingssignalen (gele driehoeken met pictogrammen), verplichtingssignalen (blauwe cirkels), verbodssignalen (rode cirkels met pictogram en streep) en nood- en vluchtroutes (groene borden). Nooduitgangen en vluchtwegen krijgen vaak groen-witte pictogrammen. In gebouwen en openbare ruimtes dienen ook duidelijke richting- en informatieve borden aanwezig te zijn. Pictogrammen ondersteunen taalonafhankelijkheden; waar nodig worden aanvullende tekst en kleurcodering gebruikt.

Toepassing en beheer: op de werkvloer, in publieke ruimten, transport en industrie. Signalen moeten eenduidig blijven, up-to-date en goed zichtbaar onder verschillende omstandigheden. Onderhoud, vervanging bij slijtage en het waarborgen van toegankelijkheid (contrasteniveau, zichtbaarheid, werking bij lawaai) zijn essentieel. Veiligheidssignalen vormen een component van bredere veiligheidssystemen en compliance.

Daarnaast fungeren signalen ook als indicatoren in veiligheidsmanagement: near-misses, veiligheidsobservaties en trends zijn ‘veiligheidssignalen’ voor het veiligheidsniveau van een organisatie en dienen om preventie en training te sturen.