Home

teststatistieken

Teststatistieken zijn kwantitatieve maten die in de statistiek worden gebruikt om hypotheses over populaties te toetsen. Ze worden berekend uit steekproefgegevens en dienen als basis om te bepalen of een waargenomen effect significant is, gegeven een vooraf vastgesteld significantieniveau. Veelvoorkomende teststatistieken zijn onder meer de t‑waarde, z‑waarde, χ²‑waarde, F‑waarde en de Mann‑Whitney‑U‑statistiek. Elke teststatistiek heeft een bijbehorende verdeling onder de nulhypothese; de keuze van de juiste verdeling hangt af van factoren zoals steekproefgrootte, variatie en aannames over de onderliggende populatie.

Bij een t‑test, bijvoorbeeld, wordt de t‑waarde verkregen door het verschil tussen twee groepsgemiddelden te delen

Teststatistieken vormen een cruciaal onderdeel van inferentiële statistiek en maken het mogelijk om op een gestructureerde

door
de
standaarderror.
Een
grote
absolute
t‑waarde
wijst
op
een
klein
p‑waarde‑gebied,
wat
de
kans
verkleint
dat
het
waargenomen
verschil
door
toeval
is
ontstaan.
In
een
χ²‑test
wordt
de
χ²‑waarde
berekend
als
de
som
van
de
gekwadrateerde
afwijkingen
tussen
geobserveerde
en
verwachte
frequenties,
genormaliseerd
door
de
verwachte
waarden.
Een
hoge
χ²‑waarde
duidt
op
een
slechte
fit
tussen
de
data
en
het
verwachte
model.
manier
conclusies
te
trekken
uit
steekproefgegevens,
mits
de
onderliggende
aannames
correct
worden
nageleefd.