teeltwissels

Teeltwissels, ook wel gewasrotatie genoemd, is een landbouwpraktijk waarbij op hetzelfde veld in opeenvolgende teelten verschillende gewassen worden geteeld. Het doel is de bodemgezondheid te behouden en te verbeteren, de nutriëntenbalans te stabiliseren en de druk van plagen, ziekten en onkruid te verlagen. Door afwisseling van gewassen wordt vaak een ziekte- en plaagcyclus onderbroken en wordt de bodemstructuur en de organische stoftoestand verbeterd.

Rotaties variëren in duur, maar vaak duurt een rotatie tussen drie en vijf jaar. Een gangbaar principe is de combinatie van grassen of zetmeelgewassen, peulvruchten en blad- of wortelgewassen, mogelijk afgewisseld met groenbemesters zoals klaver, rogge of lupine. Peulvruchten leveren stikstof aan de bodem en verminderen de afhankelijkheid van stikstofbemesting.

Veelvoorkomende rotatiepatronen zijn bijvoorbeeld graan – peulvrucht – aardappel – wortelgewas – groenbemester, of een vier-veld-rotatie met graan, aardappel, suikerbiet en groenbemester. In gemoderniseerde systemen kunnen ook kortere cycli per gewasfamilie voorkomen.

Voordelen zijn onder meer een verbeterde bodemstructuur en waterinfiltratie, verhoogde bodemorganische stof, minder druk van ziekten en plagen, en een grotere opbrengststabiliteit met minder input op lange termijn. Nadelen of uitdagingen zijn planning, logistiek en marktverhoudingen die bepalen welke gewassen passend zijn in een rotatiesysteem.