tafelvruchten

Tafelvruchten zijn vruchten die bestemd zijn voor directe consumptie als verse vruchten. In de horticultuur en fruitindustrie onderscheiden ze zich van vruchten die primair voor verwerking of veevoer worden geteeld. Tafelvruchten kenmerken zich door smaak, textuur, aroma en uiterlijk die aansluiten bij de verwachtingen van consumenten voor vers eetwaar. Voorbeelden zijn appels, peren, kersen, pruimen, perziken, abrikozen en bessen. De exacte lijst verschilt per regio en seizoen, en veel andere fruitsoorten worden eveneens als tafelvruchten geproduceerd en verkocht.

Daarnaast spelen houdbaarheid en transporteerbaarheid een belangrijke rol. Tafelvruchten worden geselecteerd op rijpheidsniveau en kwaliteitspuncten zoals sappigheid, rijpings- en bewaareigenschappen, en weerstand tegen beschadiging tijdens oogst, vervoer en display in de winkels. De teelt omvat variëteitselectie die zorgt voor smaak, textuur, rijpingsperiode en een betrouwbare oogstopbrengst. Sommige tafelvruchten rijpen na de oogst nog verder (klimacterische vruchten), wat aanvullende beheersmaatregelen vereist zoals gecontroleerde rijping en koeling.

Verkoop en distributie zijn gericht op versconsumptie. Tafelvruchten worden meestal in koelketens aangeboden en neigen naar kortere houdbaarheidsperiodes vergeleken met vruchten bestemd voor verwerking. Ze vormen een belangrijk segment in supermarkten, groente- en fruitmarkten en toonaangevende seizoenstoevoegingen in maaltijdfrequentie en snackcultuur.

Zie ook: verse vruchten, verwerkte vruchten, postharvest technologie.