Home

sorteercomplexiteit

Sorteercomplexiteit verwijst naar de hoeveelheid bronnen die nodig is om een verzameling elementen te sorteren, meestal tijd en geheugen. In algoritmetheorie wordt tijdcomplexiteit uitgedrukt met asymptotische notaties zoals O, Ω en Θ. De analyse hangt af van aannames over de invoer, zoals willekeur of een al gesorteerde beginvolgorde.

Tijdcomplexiteit kent worst-case, gemiddelde-case en best-case. Voor vergelijking-sorteringen geldt een ondergrens: in het slechtste geval vereisen

Belangrijke algoritmen: Quicksort heeft gemiddeld O(n log n) tijd maar kan O(n^2) worden in het slechtste geval

Stabiliteit en ruimtegebruik beïnvloeden de keuze. Stabiliteit behoudt de volgorde van gelijke sleutels; mergesort is meestal

Praktisch hangt de keuze af van data-eigenschappen en systeemlimieten: sleutelbereik, datasetgrootte, geheugen en mogelijk parallelle uitvoering.

algoritmen
die
uitsluitend
sleutels
vergelijken
Ω(n
log
n)
vergelijkingen.
Dit
vormt
de
basis
voor
de
meeste
sorteerontwerpen.
zonder
maatregelen.
Mergesort
garandeert
O(n
log
n)
en
is
meestal
stabiel,
maar
vereist
extra
geheugen.
Heapsort
is
O(n
log
n)
en
in-place.
Niet-vergelijkings-sorteringen
zoals
Counting
Sort
en
Radix
Sort
kunnen
sneller
zijn
bij
een
beperkt
sleutelbereik
of
veel
identieke
sleutels;
hun
complexiteit
kan
O(n)
of
O(nk)
zijn,
afhankelijk
van
de
aannames.
stabiel,
Counting
Sort
kan
dit
ook
zijn.
In-place-algoritmen
gebruiken
weinig
extra
geheugen,
maar
kunnen
minder
praktisch
zijn.
Voor
zeer
grote
datasets
is
externe
sortering
relevant,
waarbij
sorteren
buiten
het
hoofdgeheugen
gebeurt.
Moderne
systemen
combineren
vaak
technieken
en
optimalisaties
om
praktische
prestaties
te
verhogen,
terwijl
de
theoretische
tijdcomplexiteiten
als
leidraad
blijven
gelden.