Home

soortenverspreidingsmodellen

Soortenverspreidingsmodellen (SDMs) zijn statistische en, in sommige gevallen, mechanistische methoden die de relatie tussen waargenomen aanwezigheid van een soort en omgevingsvariabelen modelleren om de geografische verspreiding te voorspellen. Ze worden gebruikt om te begrijpen waar een soort mogelijk kan voorkomen onder huidige en toekomstige omstandigheden, en kunnen ook inzichten geven in ecologische niches en plausible grenzen van verspreiding.

De input voor SDMs bestaat uit waarnemingen van aanwezigheid (en soms afwezigheid) of aanwezigheid-als-werkelijke-ruimte, evenals omgevingslagen

Toepassingen omvatten conservatieplanning, evaluatie van klimaatveranderingen op verspreidingsgrenzen, invasie- en uitbraakrisico’s bij ziekteverwekkers, en het anticiperen

Kritiek en beperkingen betreffen onder meer correlatie in plaats van causaliteit, transferabiliteit naar andere regio’s of

zoals
klimaat,
topografie
en
landgebruik.
Veel
gebruikte
algoritmes
zijn
MaxEnt
(voor
presence-only
data),
logistieke
regressie,
random
forests,
boosted
regression
trees
en
occupancy-modellen.
De
modellen
worden
geëvalueerd
met
statistische
maatstaven
zoals
AUC,
TSS
of
betrouwbaarheidsintervallen,
vaak
met
kruisvalidering
of
onafhankelijke
datasets.
op
veranderingen
in
biodiversiteit
en
ecosysteemdiensten.
Het
proces
omvat
gewoonlijk
dataverzameling,
variabele
selectie,
modelkeuze,
modeltraining,
evaluatie
en
projectie
naar
huidige
of
toekomstige
ruimtes,
vaak
vergezeld
van
onzekerheidsanalyse
en
scenarioanalyse.
tijdstippen,
biases
in
waarnemingen
en
ruimtelijke
autocorrelatie.
Daarnaast
moet
onderscheid
worden
gemaakt
tussen
het
ecologische
niche-model
en
het
verspreidingsverkeer
dat
door
biogeografische
en
contextuele
factoren
bepaalt.
Ensemblestudies,
die
meerdere
SDMs
combineren,
worden
vaak
gebruikt
om
robuustere
voorspellingen
te
verkrijgen.