Home

semiconservatieve

Semiconservatieve replicatie is het standaardmodel voor de duplicatie van DNA bij de meeste organismen. Bij dit model bevat elk dochter-DNA-molecuul één ouderlijke streng die als sjabloon fungeert en één nieuw gesynthetiseerde streng. Daarmee blijft de genetische informatie van het oorspronkelijke molecuul bewaard in beide nakomelingen. Dit model staat in contrast met volledig conservatieve of dispersieve modellen, die in experimenten zijn verworpen.

De duplicatie vindt plaats aan replisoomvorken. Helicase ontwindt de dubbele helix en single-strand binding proteins stabiliseren

Het semiconservatieve karakter werd in 1958 bevestigd door het klassieke experiment van Meselson en Stahl met

Betekenis: semiconservatieve replicatie vormt de basis van de moderne moleculaire biologie. Het mechanisme is algemeen voor

de
enkelvoudige
strengen.
Primase
legt
een
korte
RNA-primer.
DNA-polymerase
bouwt
de
nieuwe
strengen
op
in
de
5'→3'
richting:
de
leidende
streng
groeit
continu,
terwijl
de
lagging-streng
in
korte
Okazaki-fragmenten
wordt
gesynthetiseerd
en
later
door
ligase
aan
elkaar
wordt
gekoppeld.
Bij
prokaryoten
is
DNA-polymerase
III
de
hoofdwerkzame
enzym;
bij
eukaryoten
zijn
meerdere
polymerasen
betrokken.
Escherichia
coli.
Zij
labelden
nieuw
DNA
met
stikstof-15
(N-15)
en
gebruikten
density-gradientcentrifugatie
om
moleculen
te
scheiden
op
gewicht.
Na
opeenvolgende
generaties
toonden
zij
afwisseling
van
halfzware
en
lichtere
moleculen,
wat
consistent
is
met
semiconservatieve
replicatie.
cellen,
hoewel
details
verschillen
tussen
prokaryoten
en
eukaryoten,
zoals
de
aard
van
de
polymerasen
en
de
organisatie
van
origins.
Praktische
implicaties
omvatten
proofreading
en
reparatiemechanismen
die
de
nauwkeurigheid
verbeteren;
bij
eukaryoten
spelen
telomeren
een
rol
bij
het
behouden
van
informatie
aan
het
uiteinde
van
chromosomen.