schoolvak

Een schoolvak is een zelfstandig leergebied dat binnen het schoolcurriculum wordt onderwezen. Het omvat een samenhangend geheel van leerinhoud, vaardigheden en soms houdingen die leerlingen gedurende een bepaalde periode bestuderen. Een vak heeft doorgaans een leerplan met leerdoelen, inhoud en toetsingscriteria; het wordt gegeven door een docent die gespecialiseerd is in dat vak en maakt deel uit van het rooster van de school, met vaste lestijden per week.

In de Nederlandse en Vlaamse context is een schoolvak de bouwsteen van het curriculum. Veel vakken komen voor in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs, maar de vorm en het niveau variëren per onderwijssoort en leerroute. Voorbeelden van veelvoorkomende vakken zijn Nederlands, Engels, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, scheikunde, natuurkunde, informatica, kunstvakken, muziek en lichamelijke opvoeding. In het voortgezet onderwijs bestaan vaak vakkenpakketten die leerlingen kiezen op basis van profiel of leerroute, zoals natuur en techniek of cultuur en maatschappij. Het curriculum is vaak gekoppeld aan kerndoelen en eindtermen die bepalen wat leerlingen aan het eind van een leerperiode moeten kennen en kunnen.

Terminologie: de term schoolvak wordt in het onderwijs veelal vertaald als subject of course en verwijst naar de categorie van leerinhouden die in een bepaald vakgebied aan bod komen. Het begrip helpt bij het organiseren en evalueren van schoolleren.