Home

refrigeranten

Refrigeranten zijn stoffen die in koel- en warmtepompsystemen fungeren als het koelmedium. In een typisch verdampings- en condensatiekringloop onttrekken ze warmte aan een bron bij lage temperatuur door verdamping, worden ze samengeperst en gecondenseerd, waarna ze bij terugkeer naar lage druk warmte afgeven in de condenser. Dit cyclische proces maakt warmte-uitwisseling tussen een te koelen ruimte en een hogere omgeving mogelijk.

Historisch gezien werden CFC’s gebruikt, maar door hun bijdrage aan ozonafbraak zijn ze uitgefaseerd. HCFC’s (zoals

Veelgebruikte moderne refrigeranten zijn onder andere R-134a, R-410A en R-32, met toenemende aandacht voor lagere GWP

Kernpunten zijn het milieu- en veiligheidsaspect van refrigeranten, de technologische opties voor lage GWP en de

R-22)
zijn
ook
voor
het
grootste
deel
vervangen.
HFC’s
(zoals
R-134a,
R-410A)
hebben
geen
ozonafbrekend
karakter,
maar
veel
HFC’s
hebben
een
hoge
globale
opwarmingsvermogen
(GWP).
Om
het
milieueffect
te
beperken,
leggen
regelgeving
en
verdragen
zoals
het
Montréal-protocol
en
het
Kigali-akkoord
beperkingen
op
het
gebruik
van
HFC’s
en
stimuleren
ze
alternatieven.
In
de
Europese
Unie
regelt
de
F-Gas-verordening
de
toepassing
en
het
lekverlies
van
fluorkoolwaterstoffen.
Veiligheidsnormen
voor
koelmiddelen
omvatten
classificaties
op
basis
van
giftigheid
en
vlambaarheid
(bijv.
ASHRAE
A1,
A2L).
en
soms
lagere
of
hogere
vlambaarheid.
Natuurlijke
refrigeranten
zoals
CO2
(R-744),
ammoniak
(R-717)
en
koolwaterstoffen
zoals
propaan
(R-290)
en
isobutaan
(R-600a)
winnen
aan
belang,
vooral
in
specifieke
toepassingen,
maar
brengen
eigen
uitdagingen
mee
op
gebied
van
veiligheid
en
druk.
regelgeving
die
het
gebruik
en
de
toepassing
stuurt.