Home

pensioenstelsels

Pensioenstelsels zijn systemen die in inkomen voorzien nadat mensen stoppen met werken. Ze bestaan doorgaans uit een mix van publieke voorzieningen, beroepspensioenen en aanvullende private producten. Doel is armoede onder oudere mensen te voorkomen en een inkomen te bieden dat aansluit bij het eerdere arbeidsinkomen en bij de kosten van levensonderhoud.

In veel landen wordt een drie-pijler model gehanteerd: de eerste pijler is de publieke basispensioen die een

Financiering gebeurt vaak via een combinatie van betaalbare en beleggingsmodellen. De eerste pijler werkt meestal volgens

Beheerders en toezichthouders waarborgen betrouwbaarheid en transparantie. Pensioenfondsen beheren premies, voeren risicobeheer uit en indexeren uitkeringen

Gezien vergrijzing en veranderende arbeidsparticipatie richten beleidsmaatregelen zich vaak op duurzamer financieren, flexibiliteit in pensioenleeftijden en

basisinkomen
garandeert;
de
tweede
pijler
betreft
collectieve
beroepspensioenen
via
werkgevers
en
werknemers;
de
derde
pijler
omvat
individuele,
vrijwillige
spaargelden
en
lijfrentes.
De
combinatie
en
omvang
van
deze
pijlers
variëren
per
land
en
sector,
maar
samen
vormen
ze
doorgaans
de
hoofdzaken
van
het
beschikbare
inkomen
na
pensionering.
een
pay-as-you-go-systeem,
waarbij
huidige
premies
de
uitkeringen
betalen;
de
tweede
en
derde
pijler
zijn
vaak
gefinancierd
via
premies
die
worden
belegd
en
ten
goede
komen
aan
toekomstige
uitkeringen.
Demografische
veranderingen,
economische
omstandigheden
en
beleidskeuzes
beïnvloeden
de
houdbaarheid
en
de
hoogte
van
de
uitkeringen.
waar
mogelijk.
Regulering
en
verslaggeving
zorgen
voor
solvabiliteit,
verantwoord
beleggingsbeleid
en
goede
informatievoorziening
aan
deelnemers.
betere
aansluiting
tussen
premies,
uitkeringen
en
prijsindexering.