opkrabbelt

Opkrabbelt is de heden vorm van het Nederlandse werkwoord opkrabbelen, meestal gebruikt in een figuurlijke betekenis: iemand of iets begint weer te herstellen na tegenslag, ziekte of een moeilijke periode. Het drukt een proces van vooruitgang uit, waarbij de situatie langzaam beter wordt.

Etymologie: Het woord bestaat uit het voorvoegsel op- (naar boven, op) en krabbelen (schrapen, krabben; figuurlijk: zich inspannen). Samen verwijst het naar een opwaartse beweging, vaak van herstel of verbetering.

Gebruik en betekenis: Opkrabbelen komt veel voor in zowel formele als informele teksten. Het kan slaan op persoonlijke gezondheid, maar ook op de economische situatie, een bedrijf, of een sportteam dat na een slechte start weer beter presteert. Voorbeelden van het concept zijn: de economie krabbelt op na een recessie; iemand krabbelt op na een operatie; een ploeg krabbelt op na een tegenvallende serie.

Grammaticale noten: In standaard Nederlands wordt de tegenwoordige tijd meestal geschreven als twee afzonderlijke woorden: krabbelt op. De infinitief is opkrabbelen. In samengestelde tijden kan de vorm opgekrabbeld voorkomen (bijvoorbeeld: de economie is opgekrabbeld). Het woord opkrabbelen blijft een werkwoord met de betekenis van herstel of vooruitgang.

Zie ook: herstellen, opknappen, herstellen van tegenslag. Deze termen worden vaak in vergelijkbare contexten gebruikt om groei of herstel te beschrijven.