notenbalken
Notenbalken zijn de basis van westerse muzieknotatie. Een notenbalk bestaat uit vijf parallelle lijnen met vier tussenruimtes. Noten en rusten krijgen hun toonhoogte en duur door hun positie op de balk en door bijbehorende symbolen. Buiten het bereik van de balk kunnen extra korte lijnen geplaatst worden, ledgerlijnen genoemd.
De toonhoogte op een balk wordt bepaald door de sleutel die aan het begin staat. De G-sleutel
Een notenbalk kan één melodie tonen, maar in veel muziek zijn meerdere staven nodig. Deze staven vormen
Noten en rusten krijgen hun duur via de notenwaarde en ritmische tekens; de positie op de balk