meetbaarder

Meetbaarder is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat de eigenschap beschrijft van iets dat beter te meten is of beter te kwantificeren. Het wordt gebruikt om een vergelijking te maken tussen doelstellingen, processen of resultaten op basis van meetbaarheid, bijvoorbeeld door cijfers, metingen of duidelijke indicatoren.

Etymologie: Het woord is afgeleid van meetbaar (measurable) met het vergelijkingssuffix -der, waarmee de vergelijking in termen van meetbaarheid tot uitdrukking komt. In het dagelijkse taalgebruik ontstaat zo de tegenstelling minder meetbaar en meer meetbaar.

Gebruik: In bedrijfsvoering, onderzoek en beleid wordt meetbaarder vaak nagestreefd bij het formuleren van doelen en evaluaties. Het idee is om concrete, verifieerbare indicatoren te definiëren zodat voortgang en impact objectief beoordeeld kunnen worden. Voorbeelden zijn een meetbaar doel, meetbare KPI’s en het operationaliseren van abstracte doelstellingen.

Voorbeelden: Een doel kan meetbaarder gemaakt worden door een KPI te koppelen aan een tijdsperiode, zoals “de omzet met 10% laten stijgen in twaalf maanden” of “klanttevredenheid verhogen tot een Net Promoter Score van minimaal 60.” Zulke formuleringen maken succes toetsbaar en reproduceerbaar.

Kritiek en nuance: Een sterke focus op meetbaarheid kan leiden tot verkleining van de onderzoeks- of doelomvang of tot het verzinnen van misleidende metrics. Het is daarom belangrijk om meetbare indicatoren te combineren met kwalitatieve evaluaties en duidelijke definities, zodat metrics aansluiten bij betekenisvolle uitkomsten. Zie ook KPI, SMART-doelen, en het proces van operationaliseren.