lagelonenlanden

Lagelonenlanden is een term uit de economische discussie die verwijst naar landen met relatief lage arbeidslonen en een groot aandeel arbeidsintensieve productie. Deze landen trekken investeringen aan vanwege kostenvoordeel in productie en uitbesteding binnen wereldwijde waardeketens. De term wordt veel gebruikt in discussies over globalisering, outsourcing en economische ontwikkeling.

Typische kenmerken zijn onder meer lage gemiddelde lonen, een aanzienlijke deelname van arbeid in de productie- en textielsector, en een lange geschiedenis van exportgerichte economische strategieën. De economische structuur kan sterk variëren per land, maar veel lagelonenlanden kennen een combinatie van industriële productie, grootschalige arbeidsintensieve export en een relatief grote informele economie. Locatieke factoren zoals geografische nabijheid tot afgezet markten, infrastructuur en beleid spelen een rol bij hun aantrekkingskracht voor buitenlandse investeerders.

In de wereldeconomie leveren lagelonenlanden belangrijke kostenvoordelen voor multinationale ondernemingen en leveranciersketens, vooral in sectoren als kleding, textiel, eenvoudige elektronica en assemblage. Dit kan banen en economische groei voor lokale regio’s betekenen, maar maakt de economie ook kwetsbaar voor schommelingen in vraag, prijsdruk en veranderingen in global supply chains. Arbeidsomstandigheden en leefbaar loon blijven vaak maatschappelijke aandachtspunten.

Kritiek richt zich op risico’s van armoede ondanks werk, mogelijk verslechterende arbeidsomstandigheden, lange werktijden en milieurisico’s. Ook wordt gewezen op afhankelijkheid van buitenlandse investeringen en beperkte mogelijkheden voor technologische upgrading op lange termijn. Beleidsmaatregelen variëren van verbetering van arbeidsrechten en sociale bescherming tot investeringen in onderwijs, vaardigheidsontwikkeling en productiviteitsverhoging.

Voorbeelden die in tekorten- en literatuur vaak genoemd worden zijn Bangladesh, Vietnam, Cambodja, India, Pakistan, Egypte en Ethiopië.