inbraakpogingen

Inbraakpogingen zijn pogingen om een gebouw binnen te dringen met het doel een misdrijf te plegen, meestal diefstal. Een poging wordt onderscheiden van een voltooide inbraak: bij een poging is de binnenkomst nog niet gerealiseerd, maar er bestaan wel tekenen van inbraakactiviteit, zoals beschadigde sloten of duidelijke inspanningen om de beveiliging te omzeilen. De term wordt gebruikt in politie- en verzekeringscontexten en kan betrekking hebben op woningen, winkels en bedrijven.

Signalen en risico's: Signalen van een mogelijke inbraakpoging zijn onder meer beschadigde deuren of ramen, recente verplaatsing van objecten bij de toegang, alarmactivatie, en verdachte personen of voertuigen in de omgeving. Bij afwezigheid van bewoners kunnen dergelijke incidenten leiden tot schade aan eigendommen en verhoogde angst.

Beleid en aangifte: In veel rechtsstelsels is een inbraakpoging strafbaar, ook als de binnenkomst niet is voltooid. Het melden van de politie en het indienen van een schade- of verzekeringsclaim is gebruikelijk. Verzekeraars kunnen eisen dat beveiligingsmaatregelen worden nagekeken en bijvoorbeeld beelden of bewijslast worden verstrekt.

Preventie en reactie: Preventieve maatregelen omvatten betrouwbare deuren en sloten, goede buitenverlichting, beveiligingscamera's en alarminstallaties; zorg voor onderhoud en laat beveiligingsadviezen uitvoeren. Het versterken van de toegang, zoals deur- en raambeveiliging en het verwijderen van verwarde of donkere plekken, verlaagt de kans op een poging. Bij een vermoedelijke poging: bel direct de politie en probeer zo nodig het pand veilig te verlaten.