Home

hartspecifieke

Het begrip hartspecifieke verwijst in het Nederlands naar eigenschappen, expressiepatronen of regulatie die specifiek of overheersend in hartweefsel voorkomen. In de biologie en geneeskunde wordt de term gebruikt om genen, eiwitten, promotoren, markers of signaalroutes aan te duiden die voornamelijk actief zijn in het hart in tegenstelling tot ander weefsel.

Het begrip wordt toegepast bij basiswetenschappelijk onderzoek en klinische studies. Hartspecifieke expressie is relevant bij genetische

Voorbeelden van hartspecifieke genen en markers zijn TNNT2, TNNI3, TNNC1, MYH6 en MYH7, NPPA. Promotoren zoals

Onderzoek naar hartspecifieke expressie gebeurt met transcriptomische analyses over verschillende weefsels, immunohistochemie en promoter-reporter assays; single-cell

onderzoeken,
cardiomyopathieën
en
bij
ontwikkeling
van
hartgerichte
therapieën,
omdat
het
mogelijk
maakt
om
hartspecifieke
effecten
te
onderscheiden
van
systemische.
de
α-MHC-promoter
(MYH6)
en
MLC2v
(MYL2)
worden
gebruikt
om
doelgerichte
expressie
in
hartweefsel
te
realiseren
in
transgene
modellen
en
in
differentiatie
van
stamcellen
naar
cardiomyocyten.
RNA-seq
kan
cardiomyocyt-specifieke
expressiepatronen
in
detail
aantonen.
Beperkingen
bestaan
omdat
sommige
markers
ook
in
atriale
cellen
of
onder
pathologische
omstandigheden
in
andere
weefsels
kunnen
voorkomen.